i.v.m. met een telefonische storing is ons kantoor alleen bereikbaar per mail. Onze excuses voor dit ongemak!
i.v.m. met een telefonische storing is ons kantoor alleen bereikbaar per mail. Onze excuses voor dit ongemak!
In het Nederlandse erfrecht wordt een verschil gemaakt tussen verschillende kinderen. Het is niet zo dat een stief- of pleegkind automatisch van u erft. Wat zijn verschillen in het nalaten van uw vermogen aan een juridisch kind (een “eigen” kind), een stiefkind en een pleegkind?
De juridische moeder van een kind is de vrouw uit wie een kind geboren wordt. Dit volgt uit onze wet. De vrouwelijke partner van de moeder van het kind kan sinds 1 april 2014 óók juridisch ouder worden, namelijk door het kind te erkennen of door het kind te adopteren. Zij wordt dan “duomoeder”.
De juridische vader van een kind is de man die getrouwd is of een geregistreerd partnerschap heeft met de moeder van het kind op het moment dat het kind geboren wordt. Als de man echter géén relatie met de moeder heeft, dan wel ongehuwd en niet als geregistreerd partner met de moeder samenwoont, dan verwerft hij die status van juridisch vader niet automatisch. In die gevallen moet de man het kind eerst hebben erkend. Voor de erkenning is wel de toestemming van de moeder nodig. Als het kind ouder is dan twaalf jaar op het moment dat u wilt erkennen, dan heeft u ook de toestemming van het kind zelf nodig. Als de moeder of het kind geen toestemming geeft, kunt u de rechtbank verzoeken vervangende toestemming te verlenen voor de erkenning. De rechtbank zal alsdan ook rekening houden met de belangen van alle betrokkenen.
Een geadopteerd kind wordt juridisch gelijkgesteld aan een juridisch kind van een moeder of vader. Een juridisch kind en geadopteerd kind wordt in dit artikel hierna “eigen kind” genoemd.
Een stiefkind en een pleegkind erft wettelijk gezien van diens juridische ouders; dus niet van diens pleegouder(s) of stiefouders. Wil een stief- of pleegouder zijn of haar stief- of pleegkinderen ook mee laten erven, dan kan dat alleen door hen in een testament mede tot erfgenamen te benoemen.
Wordt een stief- of pleegkind niet genoemd in het testament van de stiefouder, dan kan deze geen beroep doen op een minimaal deel van de nalatenschap. Dat recht blijft voorbehouden aan de eigen kinderen. Het stiefkind moet dan berusten in het feit dat zijn of haar stiefouder hem of haar niet mee laat erven.
Als het huwelijk of het geregistreerd partnerschap tussen de ouder en de stiefouder wordt ontbonden door overlijden wordt een stiefkind voor de erfbelasting gelijkgesteld met een “eigen” kind.
Voor de erfbelasting heeft het eigen kind een vrijstelling van € 22.918,--. Erft het kind meer dan de vrijstelling, dan betaalt deze over de eerste € 138.642,-- tien procent erfbelasting en daarboven twintig procent.
Als het huwelijk of geregistreerd partnerschap van de ouder en stiefouder door echtscheiding wordt ontbonden dan wordt een verkrijging uit de nalatenschap van de ex-stiefouder zwaarder belast. Enerzijds omdat de vrijstelling voor hen dan wordt beperkt tot € 2.418,-- (vrijstelling derden) en anderzijds omdat hetgeen wordt verkregen boven die vrijstelling dan wordt belast met dertig procent erfbelasting over de eerste € 138.642,-- en daarboven tegen veertig procent (het derdentarief).
Een pleegkind wordt voor de erfbelasting als kind aangemerkt als het pleegkind tenminste vijf jaar door de pleegouder werd opgevoed en onderhouden voordat het pleegkind 21 jaar werd of trouwde. Bovendien moet de pleegouder het kind aantoonbaar voor tenminste veertig procent uit eigen geld hebben onderhouden. Wordt niet aan deze voorwaarden voldaan dan erft het pleegkind wel maar is diens erfrechtelijke verkrijging belast tegen het voormeld derdentarief, dat van toepassing is op de verkrijging na aftrek van voormelde vrijstelling derden.
De in dit artikel genoemde vrijstellingen en percentages gelden overigens voor het jaar 2023 en kunnen veranderen.
Wilt u meer informatie voor het opstellen van in uw situatie passend testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.