i.v.m. met een telefonische storing is ons kantoor alleen bereikbaar per mail. Onze excuses voor dit ongemak!
i.v.m. met een telefonische storing is ons kantoor alleen bereikbaar per mail. Onze excuses voor dit ongemak!
Aan de eigendom van een perceel grond kan een recht verbonden zijn waarmee een ander perceel grond (het dienende erf) kan zijn bezwaard. Een dergelijk recht noemen we een erfdienstbaarheid. Dit recht is een last van het dienende erf ten behoeve van een andere perceel grond: het heersende erf.
Een erfdienstbaarheid kan ontstaan door vestiging in een door een notaris opgestelde akte. Ook door verjaring kan een erfdienstbaarheid ontstaan. Als een erfdienstbaarheid niet in de akte van levering staat of bij het Kadaster bekend is, kan de erfdienstbaarheid dus ook nog door verjaring zijn ontstaan. U moet dit dan wel kunnen bewijzen.
Een erfdienstbaarheid kan eindigen of wijzigen door opheffing of wijziging door de rechter, door afstand, door verjaring, door de werking van bijzondere wetten maar ook door vermenging.
Vermenging doet zich voor als de eigenaar van het heersende erf ook eigenaar wordt van het dienende erf.
Onlangs heeft het Hof Den Haag in een geschil tussen de eigenaren van twee naburige percelen grond een uitspraak gedaan. Deze uitspraak had betrekking op 125 jaar geleden gevestigde erfdienstbaarheden ten laste van het dienend erf waardoor het achtererf van het andere perceel, het heersend erf, kon worden bereikt.
Deze erfdienstbaarheden waren door vermenging teniet gegaan omdat beide percelen in 1970 in handen van dezelfde eigenaar waren gekomen.
Een van de betreffende buren stelde dat in 1991 die erfdienstbaarheden opnieuw waren gevestigd toen de erfgenamen van de betreffende eigenaar de twee percelen toebedeelden aan twee verschillende personen. In die betreffende verdelingsakte was ook volgens het Hof Den Haag de bedoeling vermeld dat de verkrijger van het verkregen onroerend goed verplicht was tot naleving van alle verplichtingen “als bij de oorspronkelijke verkrijging van voormeld onroerend goed of later op de oorspronkelijke verkrijgers overgingen” waarbij ook uitdrukkelijk gesproken werd van de 125 jaar geleden gevestigde erfdienstbaarheden.
Het Hof Den Haag oordeelde dat de akten zo moesten worden uitgelegd dat partijen in 1991 naar objectieve maatstaven hebben bedoeld opnieuw (identieke) erfdienstbaarheden te vestigen.
Wilt u meer weten over erfdienstbaarheden? Bel ons voor het maken van een afspraak.